Het wordt verondersteld dat de geschiedenis van landeigendom c.q. eigendom-grenzen, d.w.z. dat land exclusief bezit kan zijn, terug gaat tot de tijd dat de mens overschakelde van een nomadische levenswijze naar een gevestigd landbouwersbestaan.
Maar sommigen zien eigendom reeds eerder zich ontwikkelen, vanuit de plaatsen die nomaden kozen om hun doden te begraven.
In hoeverre het bezit van grondeigendom niet absoluut is en dus de grens in een bepaalde graad doorlaatbaar, verschilt van land tot land. We onderscheiden in het recht van doorgang van de erf dat wandelaars (eventueel) hebben en dat wat buren van elkaar moeten toelaten. Daarbij speelt telkens de grensbepaling een rol.